Musicals zijn voor velen een culturele hoeksteen, met fans variërend van beroemdheden als Selena Gomez en James Cameron tot zelfs voormalig president Donald Trump. Maar voor net zo velen vertegenwoordigt Broadway weinig meer dan een irritant kabaal. De redenen achter deze afkeer gaan niet alleen over smaak; ze gaan dieper en raken aan persoonlijkheidskenmerken, culturele trends en zelfs een groeiend gevoel van cynisme.

De onrealistische oproep

Een van de grootste klachten? De spontane uitbarstingen van zang en dans. Zoals therapeut Vernique Esther opmerkt, voelt het idee dat personages plotseling in uitgebreide muzikale nummers uiteenvallen voor sommigen absurd. Deze ontkoppeling is vooral sterk voor degenen die de voorkeur geven aan directe communicatie of het formaat kinderachtig vinden. Het gaat niet noodzakelijkerwijs om het afkeuren van alle opschorting van ongeloof; Esther wijst erop dat superheldenverhalen net zo veel bereidheid vereisen om het onmogelijke te accepteren.

Overstimulatie en neurodiversiteit

Voor anderen zijn musicals simpelweg te veel. De hoge energie, het versterkte geluid en het pure spektakel kunnen overweldigend zijn. Interessant genoeg is dit soms de tegenovergestelde ervaring voor neurodivergerende individuen die structuur in de chaos vinden. Toch is de zintuiglijke overbelasting voor velen een veelvoorkomend afschrikmiddel.

Het “Theater Kid”-probleem

Naast de producties zelf worden sommige mensen afgeschrikt door de cultuur rond muziektheater. Zoals therapeut Alaina O’Neill het zegt: ‘Soms kan de cultuur een beetje veel zijn.’ De vaak intense passie en insulaire gemeenschappen kunnen vervreemdend aanvoelen, net als elke niche-interesse die niet universeel wordt genoten.

Letterlijke versus emotionele betrokkenheid

Musicals vereisen een bepaald niveau van emotionele openheid. Voor degenen die de voorkeur geven aan eenvoudige verhalen, kunnen de constante verschuivingen naar liedjes ontwrichtend aanvoelen. Matthew Michael Brown, een psychotherapeut, legt uit dat musicals via muziek een unieke toegang bieden tot de innerlijke werelden van personages, maar dit is niet voor iedereen weggelegd. Sommigen geven de voorkeur aan verhalen die gebaseerd blijven op dialoog en actie.

Een afgemat publiek

De opkomst van commerciële musicals gebaseerd op bekende IP’s (zoals ‘Mean Girls’ of ‘& Juliet’) heeft de kunstvorm aantoonbaar verwaterd, zoals ervaren criticus Kurt Gänzl suggereert. Maar Esther gelooft dat er iets breders aan de hand is: wijdverbreid cynisme. In een wereld waar het jeugdige publiek alles wat onbeschaamd vrolijk is afdoet als ‘ineenkrimpen’, kan de uitbundigheid van musicals nutteloos aanvoelen.

De devaluatie van de muziekkunst weerspiegelt een bredere culturele verschuiving richting nihilisme en contrarianisme. In moeilijke tijden voelt vreugde als tijdverspilling.

Uiteindelijk is het niet leuk vinden van musicals geen teken van slechte smaak; het is een weerspiegeling van individuele voorkeuren, persoonlijkheidskenmerken en het steeds evoluerende culturele landschap. Het formaat is niet voor iedereen geschikt, en dat is prima.